RICHTLIJNEN (YAMAS)

De Yamas vormen het eerste onderdeel van het achtvoudige pad van yoga volgens Patanjali’s Yoga Sutra’s. 

Ze beschrijven morele richtlijnen of ethische leefregels voor je interactie met anderen, je omgeving en jezelf. 

Ze vormen de basis voor innerlijke rust en harmonie in het dagelijks leven.

Er zijn vijf Yamas:

1. Ahimsa (Geweldloosheid)

Betekenis: Geen geweld of schade toebrengen – niet alleen fysiek, maar ook in woorden en gedachten.
Toepassing in het dagelijks leven:

• Vermijd harde of kwetsende woorden en gedachten, ook tegen jezelf.

• Kies voor een respectvolle (innerlijke) communicatie.

• respecteer je eigen grenzen en die van anderen.

• Wees vriendelijk en geduldig in het verkeer of op drukke plaatsen.
  
  

2. Satya (Waarachtigheid)

Betekenis: Eerlijkheid en waarheid in spreken en handelen.
Toepassing in het dagelijks leven:

• Spreek de waarheid, maar doe dat met zachtheid (hou Ahimsa in gedachten).

• Wees eerlijk met jezelf: wat voel je echt? Wees jezelf

• Wees transparant in je werk en relaties.

3. Asteya (Niet stelen)

Betekenis: Niets nemen wat je niet toekomt, ook geen tijd, energie of aandacht.
Toepassing in het dagelijks leven:

• Respecteer andermans tijd (bv. kom op tijd).

• Wees niet jaloers op wat anderen hebben.

• Gebruik geen eigendom of ideeën van andere mensen zonder goedkeuring of bronvermelding.
  
  

4. Brahmacharya (Beheersing van energie/geen verspilling)

Betekenis: Bewust omgaan met je levensenergie; traditioneel vertaald als kuisheid, maar ruimer gezien gaat het om balans.
Toepassing in het dagelijks leven:

• Verspil je energie niet aan overconsumptie, drama of afleiding.

• Wees je bewust van je focus: waaraan geef je je aandacht?

• Gebruik niet meer dan je nodig hebt.

• Zoek harmonie in relaties in plaats van excessieve verlangens na te jagen.
  
  

5. Aparigraha (Niet-bezitterigheid / Niet-hechting)

Betekenis: Loslaten van hebzucht, gehechtheid en het verlangen naar meer.
Toepassing in het dagelijks leven:

• Oefen in loslaten van materiële spullen die je niet meer nodig hebt.

• Laat verwachtingen los over hoe dingen ‘moeten’ gaan

• Probeer eenvoud te waarderen – in leven, werk, relaties.

• Cultiveer dankbaarheid